Van vechten naar heel zijn.
Voor jaren voelde ik een wond, een oud programma dat mij bond.
Niet omdat ik zwak was, niet omdat ik misdeed—
maar omdat de oude versie dacht dat liefde enkel bleef als ik vecht of leed.
Vechten, vechten, altijd maar weer, tegen oude verhalen en oud zeer.
alsof verliezen betekende dat niemand ooit terugkeerde en ik mij telkens moest verweren.
Maar dat was niet ik—dat was de echo van mijn verleden,
een reflex, een overleving, nooit meer het heden.
Ik zie nu hoe dat kwam en hoe het ging,
hoe mijn systeem deed “doe iets… anders verlies je misschien'' en daarmee deed ik mijn eigen ding.
Maar dat was oud, dat is slechts oud zeer, die versie ben ik nooit meer.
Ik ben gegroeid in rust, kracht en liefde—keer op keer.
Schaamte, afgunst, emoties die schuren,
dat zijn slechts de laatste oude muren.
Net alsof je een jas aantrekt die ooit paste maar nu is het te klein,
want ik ben volwassen geworden, vrijer, helder, puur en fijn.
En soms zeg ik nog steeds: fuck it, ik doe dit gewoon,
maar nu vanuit een hart dat weet: ik kies mij, ik ben nu gegroeid als persoon.
Het is heel soms nog angst en bewijsdrang die spreekt,
Maar daarna keer ik terug naar mijn liefde, mijn creatie, mijn ziel die leeft.
Met alle liefde en uit mijn hart deel ik toch gewoon de muziek, wat heb ik te verliezen? Als ik toch elke dag voor mijzelf blijf kiezen?Maar is het uit liefde of uit angst? Of bewijzen dat ik er nog ben? Of dat ik inmiddels de nieuwe Daniëlle echt wel ken? Ja, er zit nog een residu van toen, maar ik wandel in het groen. Ik bouw aan mezelf, ik vertrouw mijn pad, ik weet wie ik ben en wat ik al voor innerlijk werk gewonnen had.
Ik weet dat mijn man vecht voor mij,
dat we samen veilig zijn, wederzijds en vrij.
Die versies bestaan allang al, dat is waar je liefde ontmoeten zal.
Ik stap in die identiteit met elke zin,
want dát is waar ik leef, waar ik win.

